Dean Martin: de kunst van nonchalance met klasse
- Dennis van Aarssen
- 2 dagen geleden
- 3 minuten om te lezen
Ik heb de meeste historische crooners natuurlijk nooit live kunnen zien, maar sinds ik besmet raakte met het 'crooner-virus', heb ik op het internet talloze beelden bekeken van de grootmeesters als Frank Sinatra, Sammy Davis, Mel Tormé, Nat King Cole en Dean Martin.
Op die beelden leek het bij Dean Martin altijd alsof hij gewoon een beetje stond te kletsen met het publiek. Met een glas whisky in de hand, een losse houding en een knipoog op zijn gezicht, zong hij alsof hij het ter plekke bedacht. Alsof hij er niet zo mee bezig was. Vaak maar half zingend, met altijd een grap achter de hand. Maar de schijn bedriegt: achter die ogenschijnlijke achteloosheid ging een ongekend gevoel voor timing, muzikaliteit en vakmanschap voor entertainment schuil.
Wat Dean Martin zo bijzonder maakte, was zijn vermogen om zichzelf niet te serieus te nemen. Terwijl velen hard hun best doen om indruk te maken, zat zijn aantrekkingskracht juist in zijn ontspannen en nonchalante houding. Hij lachte om zichzelf, stelde het publiek op hun gemak, en wist met één opgetrokken wenkbrauw meer te zeggen dan een hele orkestrale uithaal ooit zou kunnen.
Zijn stijl was losjes, maar nooit slordig. Luchtig, maar altijd raak. Hij kon een zin half zingend, half pratend brengen – en toch raakte het. Juist omdat je hem geloofde. Dean Martin vertrouwde op charme, spontaniteit en intuïtie – en dat werkte ontwapenend. Hij maakte entertainment menselijk.
In zijn tijd met The Rat Pack – samen met Frank Sinatra en Sammy Davis Jr. – werd die nonchalante houding bijna een handelsmerk. Op het podium speelden ze met elkaar, met het publiek, en vooral met zichzelf. Ze plaagden elkaar, vergaten bewust regels, en lieten zien dat klasse en lol best samen konden gaan.
Dean’s liedjes zoals “Ain’t That a Kick in the Head”, “That’s Amore” en “Everybody Loves Somebody” combineren humor met romantiek. Twee van de belangrijkste dingen in het leven, als je het mij vraagt. En dat is precies waarom ik tot op de dag van vandaag zoveel waardering voor hem heb. In het volgende fragment komt de losheid en het ongelofelijke gevoel voor humor van Dean Martin heel goed naar voren:
In mijn eigen shows zoek ik ook altijd naar de balans tussen humor en emotie. Niet omdat ik Dean wil imiteren, maar omdat ik een geloof dat mensen het fijn vinden om te lachen, te ontspannen, en daarna pas écht geraakt te worden. Want als je mensen kunt laten lachen, gaan ze in mijn ervaring vanzelf openstaan voor de rest. Dit zie ik ook terug bij andere moderne crooners, zoals Michael Bublé. Hij heeft datzelfde charisma en dezelfde charme als Dean Martin vroeger ook had en dat is als je het mij vraagt zijn grootste kracht.
Die combinatie van humor en emotie is iets magisch. Je hoort het ook vaak van mensen na een concert: “Ik moest lachen, maar ik was ook geraakt.” Dat is precies wat Dean Martin zo meesterlijk beheerste. Ik geloof niet dat zoiets aan te leren is. Dat heb je of dat heb je niet. En Dean Martin, die had het.
Wil je mijn eigen versie horen van "Everybody Loves Somebody"? Pre-order dan nu mijn aankomende album, waarop ik de mooiste crooner songs aller tijden heb opgenomen! Dit album komt later dit jaar uit, maar is nu al te pre-orderen via mijn webshop.
Comments